De aangetroffen situatie rond de voormalige Rijks HBS kenmerkte zich door een gedurende de geschiedenis gegroeide, chaotische bebouwing. Onze doelstelling is geweest, om deze situatie te transformeren naar een helder, open ontwerp. Modelstudies hebben ons de noodzakelijke richting van het ontwerp leren kennen.
De uitbreiding beslaat totaal zo’n 6500 m2 bruto in twee lagen. Het hoofdgebouw heeft twee (hoge) lagen met een kap. Achter het hoofdgebouw, een Rijksmonument, stond nog steeds het voormalige sportzaaltje, dat met het hoofdgebouw een kenmerkend ensemble vormde. Lang is gepoogd dit zaaltje te integreren in het nieuwe geheel. De plaats ervan was echter zodanig, dat een goede ontwikkeling naar de gewenste open, lay-out onmogelijk bleek. Mede door de erbarmelijke staat van de zaal is tenslotte besloten sloop aan te vragen.
Na uitvoerig overleg met Welstand en Monumentenzorg is tenslotte vergunning verleend voor sloop. De weg lag open voor het optimale model: een tweetal parallelle stroken op respectvolle afstand van het hoofdgebouw. De ruimte tussen hoofdgebouw en eerste strook is autonoom overkapt en vormt een nieuwe hoofdruimte, de aula. Tussen de eerste en de tweede strook nieuwbouw liggen een tweetal binnentuinen, gescheiden van elkaar door de hoofdgang, die haaks staat op het hoofdgebouw en de twee stroken van de nieuwbouw en ze als een “spies” met elkaar verbindt. Lokalen liggen in het ontwerp veelal georiënteerd op de binnentuinen, waar ze voorheen vooral op straat waren gericht.
De formele entree van het hoofdgebouw is in ere hersteld en een doorgang vanuit de entreehal van het Monument naar de achterliggende aula is tot stand gebracht. De leerlingentoegang ligt links van het hoofdgebouw in de eerste strook.
Kenmerk van de aangeboden onderwijsvorm zijn de clusters, de verschillende vakgroepen. Deze clusters zijn gelegen links en rechts van de hoofdgang, de “spies” in de koppen van de stroken nieuwbouw. Talen, science, kunst- en cultuur, sport en de mediatheek zijn gehuisvest in de nieuwbouw. Er liggen in de tweede strook van de nieuwbouw dan ook een drietal sportzalen. In het monument zijn de zaakvakken ondergebracht.
De gevels van de uitbreiding zijn in tegenstelling tot het monument sterk horizontaal opgebouwd met donkere stalen roosters, horizontale glasstroken, hooggeplaatst metselwerk en een strook houten regels van oregon-pine. De gevels aan de binnentuinen zijn zachter van karakter door ze zonder metselwerk uit te voeren. Het metselwerk is als het ware de schil om de nieuwbouw en omvat en bindt de nieuwbouw op die manier. Tenslotte zijn de koppen van de nieuwbouwstroken middels metselwerk ‘op de grond gezet’ en onderling verbonden middels de eerder genoemde donkere stalen roosters. Het skelet is van staal en beton.
Het monument is geheel in ere hersteld, met een nieuwe leistenen kapbedekking. Houtwerk is opnieuw geschilderd, dakgoten zijn vervangen.
De omgeving van het Drachtster Lyceum is door DS landschapsarchitecten uit Amsterdam zorgvuldig vormgegeven, op een heldere, beheerste manier. Vooral in het voorterrein is de warrige begroeiing getransformeerd naar een open graslandschap waarop bomen met een hoge kruin. Al het parkeren is hier verdwenen: waar voorheen het gehele terrein was volgebouwd, is nu achter de nieuwbouw voldoende plek voor een ruim parkeerterrein. In het landschapsontwerp en wel in de toegang naar de leerlingenentree is tevens geïntegreerd werk opgenomen van twee Nederlandse kunstenaressen: een bronzen beeld van Erzsebet Baerveldt in een ‘spina’ van Marieke van Diemen. Hierin zijn ook een aantal gewenste terreinmeubelen opgenomen.
Het interieur plattegrond begane grond plattegrond eerste verdieping zuidgevel
oostgevel langsdoorsnede is geheel opnieuw geschilderd. Deuren zijn vervangen. Overal ligt nieuwe vloerafwerking: tegels, tapijt en linoleum. Het interieur van de nieuwbouw heeft een zeer open karakter, met veel lichtinval en doorzichten, die de oriëntatie eenvoudig maken. Lichte wanden, een sterke donkere vloer en toiletblokken met matzwart tegelwerk maken helder gedefinieerde ruimtes.
Alle clusters hebben een eigen kenmerkende kleur gekregen en de toegangen zijn aangezet met een “poortelement” in de clusterkleur. In het hart van alle clusters ligt het leerplein, open aan de gang gelegen ruimtes voor ontmoeting en contemplatie. Ieder cluster heeft zijn/haar eigen lerarenteam-kamer.