De nieuwe ruimtelijke structuur van het Anton de Komplein (Marktplein) en de F-buurt respecteert en verduidelijkt de hoofdopzet van de Bijlmer. De neutraliteit van het stedenbouwkundige grid is opgeheven door introductie van een heldere ruimtelijke hiërarchie. Het interessante thema van “stad in twee niveaus” is opgepakt op een manier die duurzaam is en sociaal veilig. De strikte scheiding tussen het opgetilde autogerichte Dreefniveau en het maaiveldniveau van fietsers en voetgangers is opgeheven: beide niveaus worden op verschillende manieren met elkaar verbonden. Dit gebeurt onder andere door het veranderen van de viaducten (met sociaal zeer onveilige onderruimten) in dijklichamen.
Dit plein vormt de oostelijke beëindiging van de centrum-as van Amsterdam Zuidoost, opgespannen tussen de Arenaboulevard en het Amsterdamse Poortgebied. Het plein zal dé beeldbepalende centrale ruimte worden in het oostelijke centrumgebied. Tegelijkertijd zal het plein zorgen voor een sterke koppeling van het centrum met de omringende woonwijken en het Bijlmerpark.
Belangrijk thema van het Marktplein is de trap, die over de gehele breedte het plein verbindt met de Bijlmerdreef. In de trap is een hellingbaan opgenomen. Behalve ter overbrugging van twee niveaus dient de trap tevens als ontmoetingsplek voor de bevolking. Aangenaam aspect daarbij is dat de trap georiënteerd ligt op de zon.
Het gehele interieur is van de hand van ADP architecten. In een intensief proces zijn de interne organisatie, het kantoor-concept, het interieur en de meubilering ontwikkeld.
De publieke ruimtes bevinden zich op de eerste twee etages. Het bestuur zetelt op de 2e verdieping, direct boven de raadszaal. Alle sectoren zijn zodanig verdeeld in het gebouw dat ze een meer of minder eigen plek hebben in het complex. De vijfde etage is ingericht als vergadercentrum. Het is een halfopen kantoor geworden: hoofden en managers hebben een eigen kamer(-tje) en afdelingen zijn van elkaar gescheiden middels volglazen wanden. Sectoren zijn zodanig verdeeld in het gebouw, dat ze zoveel mogelijk een eigen domein hebben in het gebouw maar ook de optimale onderlinge nabijheid. Binnen iedere sector zijn een aantal specifiek gevraagde aanvullingen op de werkplekken vormgegeven. Spreekkamers, lounge-ruimtes, rookruimtes, facilitaire units en concentratiewerkplekken.
Een aantal van deze faciliteiten zijn ondergebracht in zogenoemde strips. Dit is een meubel met aanzienlijke afmetingen (zo’n 14 m lang) met een sterke expressie. Dit is tevens het middel geweest om de grote kantoorruimtes op te delen in werkzones, de hoofdgang, achterommetjes en pleintjes. De werkplekken zitten voor het overgrote deel gewoon aan de gevel. In de middenzone zijn naast de concentratiecellen en centrale archieven een aantal bespreektafels en zitjes voorzien.